claradejager.reismee.nl

Aloha (2)

Aloha (2) Waikiki, Honolulu

25-27 november 2014

Waikiki is het toeristische centrum van Honolulu. This is de place to be. En wij zijn er natuurlijk ook bij. Het is een prachtige baai met een mooi zandstrand en een boardwalk langs de meest prestigieuze hotels en natuurlijk omgeven door palmen. Hier brengen de Amerikanen, maar vooral ook veel Japanners hun vakantie door.

Bij de grote hotels zijn zwembaden aangelegd vlak boven het strand waardoor het lijkt of het zwembad overloopt in de oceaan. Bij voorkeur staan de vakantiegangers met een cocktail in de hand zich in het zwembad met elkaar te onderhouden. Japanners houden niet op met het maken van selfies. Ik zou graag hun fotoboek eens willen inzien.

Ons verblijf is een stuk van de drukte van Honolulu vandaan. Wij zijn in Manoa Valley. Een klein paradijsje. Vanuit ons appartement strekt zich een prachtig groene vallei uit, omringd door heuveltoppen, die ontstaan zijn uit door nu niet meer werkende vulkanen. Het huis dateert uit de jaren 30 en is ontworpen door de beroemde Amerikaanse architect Claude Stiehl. De inrichting is zeer apart en authentiek. In een nis van onze grote woonkamer is een soort expositie van sculpturen, serviezen en vazen. Wij zijn te gast bij Chuck en Kathleen. Hij is 70, ja een leeftijdgenoot dus en volgens Claar very good looking en zij is 12 jaar jonger. Zij doceert aan de universiteit van Hawaï. Het is een interssant stel waar het nodige over te vertellen is. Chuck bijvoorbeeld is muzikant en heeft in verschillende bands opgetreden in voorprogramma's van Sting en Ike en Tina Turner. Ze komen uit Atlanta, maar ze kennen elkaar pas 7 jaar en hebben beiden kinderen uit een vorige relatie. Kathleen heeft in de jaren 70 een tijdje doorgebracht in Mumbai, India. Gisteren bezocht zij haar wekelijkse AA bijeenkomst. Laten we het een alternatief stel noemen. Wat ze in Amerika liberals noemen en dan met een vleugje Zen. Eigenlijk is het huis best wel rommelig en stoffig. Ze hebben 3 honden en een kat. Chucks vader was professor, die veel talen sprak, waaronder Chinees en dat doceerde hij aan de universiteit van Hawaii. Hij is inmiddels overleden maar we zijn omgeven door zijn boeken.

Vandaag is het Thanksgiving. Dit is echt een Amerikaanse feestdag en natuurlijk ook in Hawaii . Happy Thanksgiving roepen ze elkaar toe. De kalkoenen liggen hoog opgestapeld in de supermarkten. Onze buren hebben buiten de partylichtjes aan en we zien vanuit ons raam hoe ze enthousiast aan het dansen zijn. Het zou zomaar het jaarlijkse Beaujolais feest bij de Bijlsmaatjes kunnen zijn!

We hebben vandaag een eerste tour gemaakt over een gedeelte van het eiland. Prachtige baaien, bountystranden, hoge golven met een azuurblauwe zee waar surfers zich staande proberen te houden. O'hao, want zo heet dit eiland, is weer totaal verschillend van onze vorige bestemmingen. Maar ook weer zeer bijzonder. Morgen staat Pearl Harbour op ons programma. Zijn al die Japanners daarvoor gekomen?

Koertje Dessing

We zijn overigens heel blij met jullie reacties.! Dus aarzel niet....

Aloha

Aloha

Time is on my side

We zijn in anderhalf uur van Sidney, Australië via Seoel, Azië naar Honolulu, Hawaï VS gereisd! Drie werelddelen binnen anderhalf uur! Op dinsdagmorgen 25 november zijn we om 08.55 uit Sidney vertrokken en we zijn dezelfde ochtend om 10.20 in Honolulu aangekomen. Lang gereisd maar geen tijd verloren! Je weet natuurlijk dat er een datumgrens is. Maar wisten jullie dat deze pas in 1884 is vastgelegd? Normaal gesproken is dit voor mij ook heel abstract. Met nieuwjaar zie je op het journaal dat er mensen zijn die al vliegende van oost naar west 2 keer Oud en Nieuw vieren. Voor het eerst van ons leven hebben we dinsdag 25 november 2 keer meegemaakt en één keer geleefd. En om op dinsdag op mijn iPad de Volkskrant van woensdag te lezen is ook wel bijzonder. Het nummer Time is on my side, Mel en Anny krijgt hier weer wel een nieuwe dimensie!

Hawaï , here we come

Koert

Waltzing Matilda

Waltzing Matilda

19-25 november 2014

G'day mates!

Ik heb nooit geweten dat deze bush ballade het onofficiële volkslied van Australië is. Het lied gaat over een zwerver (swagman) die een schaap (jumbuck) steelt, en zichzelf in een kreek (billabong) verdrinkt als hij opgepakt dreigt te worden. Daarna gaat hij spoken in dat gebied, wat ik dan weer heel Engels vind. Een 'matilda' is een plunjezak; waltzing is rondtrekken. Waltzing matilda is dus met een plunjezak op je rug op pad gaan en heeft niks te maken met - wat ik dacht - een meisje dat aan het walsen is.

Deze titel heb ik gekozen omdat er zoveel is wat ik nooit over Downunder geweten heb. Voor mij was Australië een continent dat vooral heel ver weg ligt, waar het heel warm en stoffig is en waar je struikelt over de kangoeroes. Daarnaast dacht ik aan grote schapenfokkerijen (McLeod's Daughters), vliegende dokters en veel bier. Wat dat bier betreft, dat klopt trouwens helemaal!

Het is natuurlijk een fikse afstand vanaf Europa maar wat een prachtig land, ik ben er helemaal verliefd op geworden. De vrijheid, de ruimte, de natuur, het klimaat, de aard van de mensen. Het is misschien wel de levenshouding ... no worries, die me zo aanspreekt. Ik vind Vietnam en Bali echt schitterend om op vakantie te gaan maar in Australië zou ik zo willen wonen. Wel natuurlijk met mijn liefsten om me heen!

'Nothing good comes out of Melbourne, except the Hume Highway' is een favoriet gezegde van de Sydneysiders om de rivaliteit tussen Melbourne en Sydney aan te geven. De inwoners van de twee grootste steden van Australië zijn verwikkeld in een permanente strijd over de vraag welke stad het beste is. Die strijd wordt op ieder mogelijk slagveld gevoerd: sport, kunst, architectuur en op culinair gebied. Gelukkig hoef ik me in deze strijd niet te mengen want ik kan niet over Melbourne mee praten, ik ben er immers niet geweest. Op dit moment is Sydney voor mij de gaafste stad die ik ken. Sydney rocks. Sydney is beter te behappen dan bijvoorbeeld New York. In Sydney gelden menselijkere maatstaven. De gebouwen zijn ietsje lager, het verkeer is wat minder druk en de mensen lijken minder gejaagd.

Toen ik voor het eerst aan de Circular Quay stond en met één blik het prachtige Sydney Opera House zag met aan de andere kant de Harbour Bridge heb ik mezelf paar keer in de arm moeten knijpen om te kijken of ik niet aan het dromen was. Het is zo'n markante plek daar aan de haven. Je herkent die twee gezichtsbepalende iconen van Sydney. Je ziet de staalblauwe lucht erboven, het azuurblauwe water, de vele witte zeilboten, de ferries ... en daar sta je dan zomaar bij met de zon op je neus en de wind die door je haren speelt. Dit is een moment om dankbaar te zijn. In maart 2011 had ik nooit kunnen denken dat het zover goed zou komen met mijn gezondheid.

Wat hebben we genoten de afgelopen dagen. We hebben de highlights van de city natuurlijk gezien, de Harbour Bridge, het Sydney Opera House, Darling Harbour, de Haymarket, Hydepark, de wijk de Rocks en de stranden Bondi Beach, Manly Beach en Watsons Bay. Maar we hebben de stad ook echt beleefd, we hebben boodschappen gedaan en in bussen en ferries gezeten. Gisteren zaten we per ongeluk op een veerboot naar het Olympisch Park! Ik moest steeds aan Mart Smeets denken. Die was in 2000 tijdens de Spelen ook zo lyrisch over Sydney.

Een kleine story moet ik nog kwijt. Op onze eerste dag hier, afgelopen donderdag, pakken we op de terugweg vanuit de City een snelbus waar little Bay op staat. Ik vraag bij het instappen aan de chauffeur of hij ook in de Franklin Street stopt. No worries ... komt helemaal goed. Het eerste stuk herkennen we nog, maar later wordt het onduidelijker. Maar weten wij veel, wij zijn nog geen etmaal in deze stad. We wachten rustig af. De chauffeur is echt aardig. Een paar jongelui, die wat hard aan het praten zijn, wijst hij grappig terecht. En dan is het ... Franklin Street, mates. We kijken om ons heen en herkennen helemaal niks. No worries ... er komt nog een halte in de Franklin Street. De schrik slaat me om het hart als ik ook daar niks herken. De chauffeur kijkt ons vragend aan ... waar moeten jullie dan zijn? Ik hoor Koert zeggen: Malabar Junction. Oh .. zegt de chauffeur, daar kom ik niet, dan had je een andere bus moeten nemen. Hij ziet onze bedremmelde gezichten en zegt: dat is zeker wel een half uur lopen, maar ... no worries, ik help jullie wel. We gaan weer zitten en we rijden helemaal mee tot het eindpunt van de route. De laatste passagier stapt uit. Dan rijdt de chauffeur nog zeker 10 minuten om en zet ons af bij 'ons' kruispunt. We bedanken de aardigste busdriver van Sydney uitvoerig. Ik had hem wel willen kussen. We vieren onze veilige thuiskomst met een heerlijk koud wijntje.

Ah ... en nou morgen vertrekken. Ik vind het wel jammer hoor. Ik was graag nog een paar dagen in Sydney gebleven. Maar wie weet, bij leven en welzijn komen we hier zeker nog eens terug!

See ya!

Haaien alarm op Bondi

Haaien alarm op Bondi Beach

22 november2014

Sidney telt een aantal stranden die heel verschillend maar elk meer dan de moeite waard zijn. We hebben er drie bezocht: Manly Beach, Watsons Bay en Bondi Beach.

Bondi Beach is een van de beroemdste stranden van Australië. Je moet er geweest zijn en daar willen wij natuurlijk het fijne van weten. Op dit strand manifesteert de jeugd zich. Het is een prachtige baai met een breed zandstrand en een azuur blauwe zee. De golven zorgen voor de ultieme attractie. Surfers laten hun kunsten zien en badgasten proberen zich in het geweld van de golven staande te houden.

Met name de vele Aziatische bezoekers vermaken zich eindeloos met het maken van foto's van elkaar en vooral van zichzelf. Om deze selfies te maken, hebben ze een soort van telescoop waarop hun smartphone is bevestigd. Onze Aziatische vrienden zijn vaak ook de badgasten die van top tot teen gekleed, dubbel gelaagd, en met zeer uiteenlopende hoofdtooien duidelijk op het strand aanwezig zijn.

We kijken onze ogen uit en besluiten ons ook in de golven te wagen. We kunnen ons nauwelijks staande houden in de branding en voelen de enorme kracht van de tegengestelde onderstromingen. Claar die toch niet voor een kleintje vervaard is vindt het een zeer angstige ervaring.

Opeens horen we een doordringende sirene zoals we die we kennen uit oorlogsfilms bij naderende bommenwerpers. Rescue personeel in gele uniformen staat te zwaaien en wenken om iedereen uit het water te krijgen. De massa geeft hieraan meteen gehoor maar er zijn er ook nog een paar, ook surfers, die daar niet direct op reageren. Bootjes met zware buitenboord motoren en reddingswerkers rukken uit en gaan grote horizontale banen voor de kust trekken, kennelijk met het doel de haaien te verjagen. Inmiddels verschijnt er een helikopter en even later ook een grote motorboot van de kustwacht. Zij markeren de plaats waar de haaien zich bevinden.

Jullie begrijpen dat wij inmiddels al lang en breed veilig op het strand zijn. Honderden mensen staan aan de vloedlijn gespannen uit te kijken naar mogelijke haaienvinnen. Het is ongelooflijk spannend en ook best wel een beetje surrealistisch. Je kunt je dit absoluut niet voorstellen aan het strand van Domburg waar we deze zomer met onze 2 oudste kleinkinderen waren. Maar we hadden wel een gevoel van déjà vue. In Muizenberg in Zuid-Afrika hebben we dit ook meegemaakt en gezien dat zo'n haaienalarm uiterst serieus wordt genomen.

De film Jaws lijkt even werkelijkheid te worden.

Koert

Far away at home

Far away at home

Blue Mountains

17-18-19 november 2014

Na een bezoek aan het koala opvangcentrum dat zeer de moeite waard is, proberen we onze reis weer voort te zetten via de A1/M1. Helaas nemen we de verkeerde afslag. Het kost tijd om de juiste weg weer te vinden. Vervolgens willen we ergens lunchen maar we zien alleen maar betonnen parkeerplaatsen zonder schaduw waar de zware motoren van de vrachtauto's staan te ronken. We belanden op een parkeerplaats achter een MacDonalds. We gaan even naar binnen want we willen nog eens via Google maps bekijken welke snelwegen we rond Sydney moeten nemen om naar Katoomba in de Blue Mountains te komen. Het duurt een hele tijd voordat we kunnen inloggen via de WiFi van de Mac en bovendien is de verbinding uiterst traag. We zijn al een tijdje duimen aan het uitdelen voor de kwaliteit van allerlei voorzieningen. Nou, deze Mac krijgt een dubbeldikke duim naar beneden!

Het wordt behoorlijk druk op de snelweg. Vlak voor Sydney moeten we afbuigen naar het westen, maar wat een majestueus landschap vlakbij deze metropool. We zien bergen, meren en rivieren en dit alles onder een strakblauwe lucht en met een heerlijke temperatuur.

Het komt helemaal goed met al die snelwegen en zonder gps. We rijden inmiddels in het Nationale Park maar wat duren die laatste kilometers lang! We zijn pas rond half zes in Katoomba, het hart van de Blue Mountains. Even zoeken we naar een camping. Al snel vinden we Katoomba Falls Caravan Park, een camping met alles erop en eraan. We krijgen écht de allerlaatste plaats. De receptioniste hangt na ons te hebben ingecheckt het bordje: no vacancy op. We moeten morgen wel verkassen want die prachtige plek met eigen sanitaire unit is maar 1 nacht vrij. Koud, koud, koud die nacht daar. Koert schreef er al over.

De volgende ochtend gaan we op weg om de Blue Mountains te verkennen. We zijn niet alleen op pad want overal waar we uitstappen hangen zwermen vliegen om ons heen. Ik zie een Japanner wild met z'n armen zwaaien. Ik denk nog, wat een aparte manier om elkaar te begroeten, dan realiseer ik me pas dat die man ook bezig is om de vliegen van zich af te slaan. Er zijn natuurlijk mensen die altijd op alles voorbereid zijn. Zij hebben de oplossing voor dit probleem: een hoed met een vliegennet eraan! Ik dacht eerst dat het een grap was, maar onze Duitse (!) buurman heeft gewoon zo'n hoed bij zijn kampeeruitrusting.

Vlak bij de camping liggen een aantal toeristische trekpleisters: the three sisters, Echopoint en ook de Katoomba Falls. We lopen verschillende trails en later rijden we een groot stuk van de BMD, de Blue Mountain Drive. We stappen geregeld uit om een stuk te wandelen naar een uitzichtpunt. De naam Blue Mountains is trouwens afkomstig van de blauwe gloed die de eucalyptusbossen aan de bergen geven. In de middag bezoeken we de prachtige botanische tuin, die hier tegen de bergen aan ligt net als in Zuid-Afrika Kirstenbosch tegen de Tafelberg.

Ik kijk erg op tegen weer zo'n ijselijke nacht, maar het is bewolkt en gelukkig is het dus veel minder koud. Woensdagochtend geen ene vlieg meer! Was het een natuurverschijnsel? We doen rustig aan en rijden op ons gemak naar Sydney. De eerste 50 km zijn we nog in het park, we stoppen nog een paar keer om te genieten van de prachtige vergezichten.

We moeten goed opletten dat we de juiste snelwegen nemen. Dan zien we de skyline van Sidney opdoemen waarna we meteen in een tol-tunnel duiken, waar we nooit meer uit dreigen te komen. Het verkeer raast aan twee kanten langs ons heen. We missen een afslag en rijden noodgedwongen kilometers verder tot aan het vliegveld! Nou ... dan weten we die route alvast voor ons vertrek volgende week!

Uiteindelijk vinden we het adres: 92 Prince Edward Street in de wijk Malabar. Koert heeft met Helen, de verhuurster afgesproken dat we 's middags tussen drie en vier zullen arriveren; we zijn er om 15.30!

Wat hebben we een prachtig appartement! Ruim, licht, modern ingericht, kortom helemaal onze smaak. We hebben een groot balkon met een prachtig uitzicht op zee. Ik voel me meteen helemaal thuis! Helen is een aardige vrouw van zo'n beetje onze leeftijd, wel een chatterboxje. Haar man heb ik nog niet gezien. En wat een luxe, die ruime slaapkamer met dat heerlijke bed! Goed uitgezocht, Koert!

Als ik 's avonds naar buiten kijk, zie ik Delfie eenzaam staan glimmen in het licht van een lantaarnpaal. Ik kan nog net een zwaaiende beweging onderdrukken terwijl ik zachtjes zeg: dank je wel Delf, dat je ons veilig naar Sydney hebt gebracht!

On the road again

On the road again

14-15-16 november

Vrijdag 14 november vertrekken we zoals gewoonlijk zeer op tijd. Ons doel voor vandaag is Byron Bay aan de Gold Coast. We hadden ook Surfers Paradise of welke baai dan ook kunnen kiezen, ze zijn allemaal even spectaculair. Het is verschrikkelijk druk op onze Bruce Hwy A1. Het lijkt wel of iedereen de stad ontvlucht in verband met de G20. We staan geregeld in een file. Af en toe verandert de A1 in M1. M is Motorway, een autosnelweg dus. Plotseling wordt die M1 tolweg. Geen probleem voor ons natuurlijk want dat kennen we uit Frankrijk, denken we. Alleen hebben ze hier geen hokjes waar ze de tol incasseren, je betaalt via de telefoon of via internet. Er wordt heel duidelijk aangegeven dat je binnen 3 dagen moet betalen anders krijg je een fikse boete. Het kost toch wat hoofdbrekens om die tol betaald te krijgen maar we hopen dat het gelukt is.

Uiteindelijk zijn we pas in de late namiddag in Byron Bay. We bemachtigen een van de laatste plaatsen op camping Glenn Villa Resort, op loopafstand van het stadje. Helaas zonder stroom, dus we moeten onze elektronica in de kitchen opladen. Daar moet je dan wel bijblijven natuurlijk. We gaan het stadje in ... één groot feest op die vrijdagavond. Het stadje ademt een speciale sfeer uit. Het is een mix van de jonge sportieve surfers en jeugdige posthippies op blote voeten met rastahaar. Ik voel me best wel op mijn gemak hier in mijn bloemetjesbroek. Byron Bay is tegenwoordig een populaire bestemming voor 'Schoolies week' eind november. Dan schijnt het hier een waar sodom en gomarra te zijn!

We drinken een biertje, eten wat en omdat we toch wel moe zijn, gaan we al voor tienen terug naar de camping. Zaterdag de 15e doen we rustig aan en ik denk dat dat ook wel eens goed is. Onze buurvrouw links is een twintigjarige Mbo'er uut Zwolle. Ze heeft van de zomer haar diploma beveiliging gehaald en kakelt veel en nog veel meer over het backpacker leven. Ze hebben met z'n drieën een auto gehuurd. Behalve miss Zwolle hebben we Brunhilde, een struise, blonde oer-Hollandse meid en dan nog een wazige jongen. Zij hebben hetzelfde spaceship als wij en slapen daar met z'n drieën in. Maar ze hebben bonje, die knul wil zijn bijdrage in de kosten niet betalen. De dames besluiten hem te dumpen. Ik denk dat die jongen het zo erg niet gaat vinden om van die bazige meiden verlost te zijn.

We maken kennis met onze buurman aan de andere kant. Hij heeft een giga mooie caravan met een prachtige jeep om het zaakje te trekken. Weer het verhaal: vrouw twee jaar geleden overleden, nu alleen, beer van een vent, tranen in de ogen. We mogen stroom pakken via de stekkerdoos aan de buitenkant van zijn caravan en prijzen ons gelukkig dat we met z'n tweeën deze geweldige trip kunnen maken. Buurman geeft ons tips over onze route naar de Blue Mountains, wat toch nog zo' n 900 km is. Ergens halverwege willen we overnachten.

Op zondag rijden we tot Port Macquarie en vinden Flynn's Beach Caravan Park, een kleine, vriendelijke camping waar we ons meteen thuis voelen. De aardige receptioniste gaat na aanmelding met ons naar buiten om ons de 'huis koala' aan te wijzen. Het is een mannetje en zijn naam is Rowan. Tja, een koala ... dat is echt geen enthousiaste Betty Boop! Je hebt er echt weinig aan. Ze slapen 20-22 uur per dag. Ze eten blaadjes van de eucalyptusboom. Door het eten van die giftige bladeren worden ze als het ware gedrogeerd. De rest van hun tijd besteden ze vooral aan eten en het zoeken naar een potentiële partner. Dit leek onze Duitse overbuurman wel een geschikt bestaan.

Wat een prachtig strand daar. Eigenlijk wil ik nog wel een nachtje blijven, vooral ook omdat het park een perfecte internetverbinding heeft. Maar dan zie ik een rat in de keuken rondsluipen. Brr..... Gauw slapen met alle ritssluitingen dicht, stel je voor die rat! Maandagochtend skypen we met Washington. We proberen de kinderen te laten zien hoe die koala erbij ligt. Voordat we op weg gaan naar Katoomba, het centrum van de East Blue Mountains bezoeken we nog een koala opvangcentrum vlak bij de camping. Het wordt nog een lange rit vandaag!

Ergernissen

Ergernissen

Jullie lezen voornamelijk over de interessante, leuke en grappige dingen tijdens onze reis. Natuurlijk zijn er ook dingen die tegen zitten, kleine ergernissen en irritaties.

Zaterdag las ik een artikel in de NRC over de wet van de toenemende ergernissen. Deze wet komt erop neer dat wij in toenemende mate controle over ons leven willen hebben. Hoe beter dat lukt des temeer ergeren we ons aan dingen waarover we geen controle hebben.

Jenny vroeg zich af hoe wij met zo'n kleine minkukel van een camper, onze Delfie, zo'n trip van zo'n kleine 3000 km konden maken. Afgelopen zondag hebben we geskypt met onze kleinkinderen in Washington. We hadden voor het eerst een perfecte internet verbinding en konden uitgebreid onze camper van binnen en buiten laten zien. We zagen hun ogen groot van verbazing worden. Slapen oma en opa daarin? Kunnen ze daarin echt koken? Vinden ze hun kleren wel terug in die chaos?

We hebben nu 11 dagen met Delfie gereisd en we hebben op 7 verschillende campings gestaan. Vooraleerst moet gezegd worden: geen kwaad woord over Delfie. Rijden is een fluitje van een cent. Het is een automaat en al naar gelang de reis vordert, heb ik het gevoel dat ik hem onder controle heb. Maar er zijn ook tal van zaken waar we niet of pas na verloop van tijd grip op beginnen te krijgen. Allereerst de radio. Op zo'n lange reis wil je toch wel graag een muziekje horen. Het zou zelfs mogelijk zijn je iPod/iPhone op de radiospeakers aan te sluiten. Spotify offline! Niet dus. We hebben er 2 dagen over gedaan om de radio überhaupt aan te krijgen. Na talloze keren proberen hoorden we eerst gekraak en toen iets wat op muziekgeluid begon te lijken. Ineens luid en duidelijk, helaas blijkt het maar tijdelijk te zijn en valt het geluid weer weg. Ik wil het verder niet over iPod/iPad hebben. Dat is echt te hoog gegrepen. Met de muziek gaat het nu wel ok, tenminste als er zenders binnen bereik zijn.

Het keukengerei is heel primair en elke keer als we iets willen gebruiken moeten we het bed openklappen om iets te pakken. Claar krijgt de klep niet open... Het koelkastje doet het, dat moet gezegd worden, geweldig. Alles is ijskoud. Helaas komen dingen die erin zijn gegaan niet of pas na dagen weer boven water. Licht! We hebben een klein geurkaarsje gekocht bij vertrek. Dat blijkt samen met het lichtje boven het dashboard volstrekt ontoereikend te zijn. Uiteindelijk na veel discussie en zoeken hebben we een led zaklamp gekocht. Er ging een wereld van licht voor ons open. Maar nu komt het en ik vertel dit met grote schaamte, er blijkt in de camper een zeer functionele tl lamp te zitten. Prachtig licht. Alleen we hebben deze geweldige lichtbron pas na 11 dagen ontdekt!

In bed gaan liggen is voor deze senioren een heel gedoe. Je schuift jezelf als het ware zelf naar binnen. 's Nachts opstaan om naar de wc te gaan is ook een behoorlijk gedoe. Soms is het in de camper behoorlijk warm. Nu de laatste 2 nachten in de Blue Mountains is het ongelooflijk koud. Dit doet ons herinneren aan onze allereerste kampeerervaringen. Gelukkig ligt het matras wel redelijk goed.

Afgelopen nacht hadden we de luxe van een sanitaire unit. D.w.z een complete badkamer, douche, wc, wastafel en warmtelampen. Wat een luxe! We hebben midden in de nacht een tijdje onder deze lampen gezeten om weer even op te warmen. We hebben er echt van genoten. ' s Ochtends weer vrolijk en blij het ontbijt gemaakt. Eitje bakken, broodje roosteren. Op dat moment blijken ook talloze vliegen te hebben gewacht. We zijn gillend gevlucht.

Kortom, je hebt heel veel dingen niet onder controle en soms vraag je je af; waarom doen we ons dit zelf aan? Toch hebben we de afgelopen 12 dagen als ontzettend leuk en heel positief ervaren en we zouden het voor geen goud hebben willen missen. We zijn echt heel trots op ons zelf en hebben daarop ook het glas geheven. We zijn trots omdat we het hebben gedaan en ook hebben volgehouden. Dat neemt niet weg dat we ons erg op ons appartement in Sidney verheugen.

Koert

Python of droomvlucht?

Python of droomvlucht?

11-12-13 november 2014

Op dinsdag vertrekken we vroeg uit Airlie beach. Ons doel is Fraser Island. Dat is zo'n 900 km via één weg naar het zuiden, de A1, de Bruce Hwy. In het noorden keken wij onze ogen uit op het steeds wisselende en voor ons onbekende landschap. Nu wordt de weg eentonig en saai en er is geen alternatief. Ja, je kunt overal toeristische routes naar al die beaches rijden, maar we zijn op weg naar het zuiden, naar Sydney. Af en toe komen we door wildwest stadjes. We overnachten in Rockhampton (Rocky to its mates). Dit is de Beef Capital van Australië. De stank van koeienmest zou in de lucht hangen. Daar is geen sprake van, integendeel heerlijk frisse lucht en een prachtige camping. Southside Holiday Village ligt aan een drukke weg zegt de lonely planet. Nou de weg valt wel mee, ze hebben alleen vergeten erbij te schrijven dat er een spoorlijn vlak achter loopt. Tot laat in de avond denderen de de (goederen)treinen voorbij.

Woensdag weer een reisdag. Het is nog een dikke 400 km naar Hervey Bay, het uitgangspunt voor onze trip naar Frasereiland. We kiezen camping Tourquay, direct aan de oceaan. Het is voor het eerst dat we in Australië zijn, dat er een draak van een vrouw achter de receptie zit. Ze is rond de 60 en zit waarschijnlijk te wachten op haar pensioen. Campinggasten kan zij missen als kiespijn en dat laat zij duidelijk blijken. Wij laten ons niet afschrikken als zij zegt: het gaat vast niet lukken om voor morgen een bustour te boeken, het is al 16.30 de bussen zitten vol. Met tegenzin pakt ze de telefoon en ja hoor, er is plaats. We worden morgen om 07.25 bij de ingang van de camping opgehaald. We krijgen nog een grauw en een snauw mee over het gebruik van wifi (slecht werkend en $ 2 per uur) en over de sleutels van de toiletten en dat was dat. Phoe ...

We staan oceanfront met een prachtige view, maar het lijkt wel of geluk nooit volmaakt kan zijn ... je waait er weg en die wind maakt het behoorlijk fris! We zijn nu een maand onderweg en ik trek voor het eerst een vest aan! We zitten de hele avond in de kitchen die beschut ligt achter een muur.

Donderdag de 13e zijn we keurig op tijd bij de ingang. We zijn om 06.00 uur opgestaan. Ja, het is hard werken in de vakantie. We rijden met de bus naar de veerboot, die ons naar Frasereiland brengt. Het is prachtig weer en we hebben er zin in. De ferry raakt vol met robuuste 4wheel drive auto's en jeeps. Wij stappen uit de bus en gaan te voet de boot op. De overtocht duurt een half uur. Op Frasereiland aangekomen, stappen we in een 4wheel drive bus voor 40 personen. Und jetzt geht's los! Fraser eiland staat op de wereld erfgoed lijst en is 's werelds grootste zandeiland met hoge duinen, een eeuwenoud regenwoud, heldere meren en niet te vergeten zandstranden zo ver het oog reikt! We hotsen en knotsen met die bus in volle vaart, je mag 80 km per uur, dwars over het eiland naar de oceeankant. De chauffeur is heel bedreven en schakelt en schakelt maar. Af en toe dreigen we vast te lopen in het mulle zand, de wielen gaan spinnen, even terugzetten en kreunend overwint de bus het obstakel. In Airlie Beach sprak ik een mevrouw, die vertelde dat de busrit zo gaaf is. Ze zei erbij: ga vooral vóórin zitten als je de kans hebt, want achterin vlieg je met je hoofd tegen het dak. We zitten gelukkig helemaal vooraan. Dan rijden we het strand op, dat lijkt een makkie, maar overal zijn geulen water van het opkomend tij! Het wordt een dollemansrit over het strand. Na een kwartiertje stoppen we en er komt een piloot in de bus om een vliegtocht over het eiland te promoten. Hij vertelt er zo spannend over dat ik als een van de eersten mijn vinger in de lucht heb, jaaaa ... ik wil mee! Koert kijkt me vol ongeloof - maar ook een beetje trots - aan. Is dat Claartje de Jager die staat te kokhalzen als ze een vliegtuig in moet en dan snel een oxazepam neemt? Ik heb geen tijd voor een pilletje want voor ik het weet zit ik in dat vliegtuigje. Er kunnen 6 passagiers mee. Start- en landingsbaan worden op het uitgestrekte strand middels een paar pilons aangegeven. Fasten your seatbelts and up we go! We cirkelen een kwartier boven het eiland en hebben het prachtigste uitzicht. Het water is zo helder dat we een schildpad zien. Ook zou er een haai te zien zijn, maar die was niet aan mijn kant. Als grote broccoliroosjes zien we het regenwoud onder ons. We zien de prachtige meren, één ervan in de vorm van een vlinder. Veel te snel is de vlucht voorbij. Met de bus gaan we nog een stuk verder op het strand naar een uitzichtpunt. Maar we moeten opschieten van de chauffeur en snel foto's maken want het tij komt snel op. Dat merken we op het laatste stukje, de bus kan niet meer door de geul en moet een detour kiezen tussen rotsblokken door. De bus hangt op twee wielen, ik gil (nog) niet.

We rijden naar een servicepunt op het eiland, waar wat souvenirwinkeltjes zijn en een restaurant dat duidelijk ingesteld is op dit soort groepen. We hebben een uitstekende warme lunch en raken aan de praat met een mevrouw uit Kerkrade die als jonge bruid naar Australië is gekomen en inmiddels 54 jaar in Brisbane woont. Haar man is kort na zijn 65ste overleden. Ze maakt dit tochtje met een vriendin. Ze spoort ons in zangerig Nederlands aan, om veel samen te ondernemen zolang het nog kan, want voor je het weet is het voorbij. Ze raadt ons trouwens aan om komend weekend Brisbane te mijden. In verband met de G20 is bijna de gehele binnenstad afgesloten. Dan is dat probleem ook opgelost. We skippen Brisbane. Koert is er al eens geweest en je kunt immers niet alles zien!

We gaan verder met die bus, eerst voor een wandeling door het regenwoud en dan omhoog naar een bergmeer, Lake McKenzie. Daar zwemmen we een uurtje en zien bij terugkeren naar de bus onze eerste dingo! Later ook nog een vrouwtje, opgerold als een hond, genietend in het avondzonnetje. Dan moeten we van 200 m hoogte terug naar zeespiegelniveau. Een rollercoaster is er niks bij. Nu wordt het echt spannend, aan de linker kant een diepe afgrond, rechts joekels van bomen. Nu gil ik wel. Sommige mensen lachen van de zenuwen terwijl ze met hun hoofd tegen het dak stoten. De chauffeur laveert ons uiterst behendig en met veel schakelkunst naar beneden, waar hij van ons allen een welgemeend applaus krijgt.

Op de veerboot komen we weer enigszins bij van de schrik. We zetten weer voet aan wal en stappen meteen in de bus die ons weer netjes aflevert bij de camping.

Oh .. en als extra toegift zien we de eerste kangoeroes vrolijk huppelen in de schemering. Weer een dag met een gouden randje!

NB Mireille, geen duikbrevet voor ons. Ik zou het wel willen ...

NB Joke, nee jammer, ik heb geen foto van de lizzard op Koert z'n voet.

NB Ja Jenny, de Delfie is klein, maar daarom ook handig voor in de stad.

NB Liesbeth, wordt reismee op Florijn door spamfilter tegengehouden? Ik heb veel oudcollega's en alle dames van de leesclub op mijn mailinglist staan. Men hoeft natuurlijk niet te reageren, maar omdat jij schreef ... Met dank aan het Florijn. Je kunt je eigen e-mail adres achterlaten dan krijg je automatische update.